Met een vennootschap kan je optimaal inspelen op de wijzigende fiscaliteit. Maar hoe kan je op een fiscaal voordelige manier geld vanuit je vennootschap naar je privévermogen halen? En hoe zit het dan met de roerende voorheffing? Kan je sinds januari 2020 zonder zorgen reeds aangelegde liquidatiereserves uitkeren? In deze opleiding belichten we de fiscale kost van de verschillende uitkeringsmogelijkheden: bezoldiging, dividend (al dan niet uit de liquidatiereserves), intresten, kapitaalvermindering, … Je krijgt een pak nuttige tips, maar ook de knelpunten en valkuilen komen aan bod met bijzondere aandacht voor recente wijzigingen inzake fiscaliteit of vennootschapswetgeving. 

Waarom precies is dit zo’n belangrijk onderwerp voor de vastgoedbemiddelaar en/of de vastgoedbeheerder? 

Door de steeds veranderende fiscaliteit is het niet eenvoudig om door de bomen het bos nog te zien. Niet alleen moeten we rekening houden met de recente wijzigingen inzake fiscale wetgeving, maar ook de gewijzigde vennootschapswetgeving heeft haar impact. Deze materie is zodanig ingewikkeld geworden dat er regelmatig fouten worden gemaakt tegen de (vaak gedetailleerde en formalistische) fiscale regels. Meteen de reden waarom de belastingadministratie haar pijlen bij belastingcontrole regelmatig richt op de diverse vormen van uitkeringen van de vennootschap naar privé, wat regelmatig aanleiding geeft tot onverwachte en belangrijke naheffingen en sancties.  

Waar moeten zij dan vooral op letten?  

Wanneer de professionele activiteiten van vastgoedmakelaars/ syndici worden uitgeoefend binnen een vennootschap, zullen ook de financiële middelen vaak in de vennootschap zitten. Dit kan een reden zijn om vastgoed- of andere investeringen vanuit de vennootschap te organiseren. 

In bepaalde gevallen kan het echter meer wenselijk zijn om (vastgoed)investeringen in de privésfeer te behandelen. Bij opbouw van vastgoed in de vennootschap kan (onroerend) vermogen sneller worden opgebouwd, aangezien dit met bruto-gelden kan. Nadeel is dat privé-onroerend goed in de vennootschap in bepaalde gevallen aanleiding kan geven tot discussies met de fiscus. Dit in de context van kostenaftrek of belasting van het privé ter beschikking hebben van het onroerend goed als voordeel van alle aard. Ook de belastingregels op inkomsten uit onroerend goed zijn anders in de vennootschap dan in de privésfeer. Om deze (en diverse andere fiscale) redenen, kan de voorkeur uitgaan naar investeringen in onroerende goederen in persoonlijke naam (in plaats van in de vennootschap). 

In die context komt het vraagstuk “hoe kan ik optimaal (lees: op fiscaal voordelige manier én veilig) geld uit mijn vennootschap halen”. Want het kan echt van de details in de wetgeving afhangen of je wel of niet van een fiscaal gunstig regime kan gebruik maken. 

Het zit hem vaak in de details van de wetgeving.

Wat is precies de meerwaarde van deze opleiding? Waarom moet men zich zeker inschrijven?

In dit seminarie worden de verschillende manieren om geld uit de vennootschap te halen in detail belicht, met praktische cijfermatige voorbeelden én aandacht voor de verschillende invalshoeken.  Deze opleiding is vooral nuttig voor vastgoedmakelaars/syndici in relatie tot hun eigen vennootschap. Zij die geïnformeerd willen worden over de relatie met klanten in deze context, zullen hier minder hun gading vinden.